12 Volt electra

Voorwoord

Ik vind het leuk om te prutsen, zo noem ik dat. Of dat nu een meubelstuk van IKEA is (moeilijkheidsgraad 0), een maatwerk flessenhouder van HDPE, het hardcore programmeren van deze website of schappen en automatische binnenverlichting maken in een kast voor een niet nader te definiëren sport. Ik kies zelden de makkelijkste weg, wat ik maak is visueel niet het mooiste maar wel erg praktisch, kwaliteit gaat boven kwantiteit, en wanneer een project eindelijk klaar is en functioneert zoals ik dat voor ogen had, doet dat mij goed. De essentie van het prutsen dus.

Vrijwel alles wat aangenaam ruikt, klinkt, trilt, beweegt en licht geeft. Oude of juist hele moderne technieken. Mechanische, electrische, pneumatische of hydraulische dingen. Machines, locomotieven, cruiseschepen, vliegtuigen, auto's en motorfietsen. Ik vind het allemaal interessant en weet van alles wel een beetje, maar het enige hiervan wat in mijn tuin staat, is de motorfiets. Technisch onderhoud besteed ik liever uit, electrisch onderhoud wil ik mijn hand nog wel voor omdraaien en dan hoofdzakelijk het aansluiten van electrische accessoires.

Natuurlijk kun je dat laatste ook laten uitvoeren bij de motorzaak, maar mijn ervaring is dat men niet hieraan de aandacht besteed die ik graag zou zien. Ik weet het wel, ik ben niet de makkelijkste klant, stel hoge eisen en verwacht een goed doordachte en degelijke uitvoering. De perfectionist in mij heeft graag zelf de regie. Als voorbeeld neem ik de bedrading van een setje LED-breedstralers.

Voorbereiding

Je begint natuurlijk eerst met een idee hoe het er uit moet gaan zien, welke onderdelen heb je voor je liggen, zijn er specifieke montagepunten waar je rekening mee moet houden, zit er al een schakelaar bij of wil je dat gaan gebruiken, is de bedrading reeds gemonteerd of bijgeleverd en kun je de bedrading uit het zicht houden en veilig vastzetten. Daarnaast moet je rekening houden met voldoende speling bij bewegende delen zoals het stuur en veerelementen, de hitte van het motorblok, scherpe of schurende randen van het frame en panelen, het voorkomen dat de accessoire en/of bedrading hiervan het reguliere onderhoud van je motor niet (teveel) hindert en tot slot of het stroomverbruik van de accessoire binnen de overcapaciteit van de dynamo blijft. Dit laatste blijft vaak wat gissen, maar met een aantal stroomvreters zoals handvatverwarming, verwarmde kleding en extra halogeenlampen, bestaat de kans dat je tijdens het rijden toch met een lege accu komt te staan. De merkdealer kan meestal hierop wel een zinnig antwoord geven of je kijkt gewoon even in het boekje van je motor bij hoofdstuk Technische gegevens.

Op mijn motor heb ik een aantal electrische accessoires in gebruik: GPS, LED-bagageruimteverlichting, bandencompressor via acculaadkabel en (straks) LED-breedstralers. De dealer had de GPS rechtstreeks op de accu aangesloten en de acculaadkabel op de GPS-bedrading, waar ik niet blij mee was zoals je kunt lezen in Webmaster's motorhoekje, Finetunen. Om deze boel recht te zetten, heb ik een stroomverdeler gemaakt waarmee alle accessoires onafhankelijk van het contactgeschakelde stroomcircuit, in- of uitgeschakeld kunnen worden. Hoe ik dat heb gemaakt, gezekerd en aangesloten, kun je daar dus lezen. Wat ik daarbij niet heb vermeld zijn de gebruikte materialen, gereedschappen en de methode om verbindingen weersbestendig te maken.

Materialen en bijpassend gereedschap

DRAAD: Een goede kwaliteit draad is natuurlijk een eerste vereiste. Ik gebruik OFC-draad (Oxygen Free Copper / zuurstofvrij koper) met een kern van meerdere dunne koperdraadjes en met een dunne mantel, waardoor het draad zeer flexibel is, een lage weerstand heeft en hoog belastbaar is. Een draadkern van 1 mm² bestaat uit 30 koperdraadjes van 0,20 mm diameter en mag maximaal 16 Ampère hebben, de draadkern van 2 mm² met 40 x 0,25 mm diameter kan zelfs tot 25 Ampère belast worden. Uit gemak vermenigvuldig ik de kernoppervlakte met 10 om altijd een flinke marge te hebben (respectievelijk 10 en 20 Ampère belastbaarheid dus).

DRAADKNIPTANG: Niet noodzakelijk want een gewone zijkniptang knipt ook prima draden door, maar deze met afgeronde bek snijdt de draad heel mooi door waardoor de draad niet platgedrukt wordt. Het knipt ook moeiteloos door dikke draden en draadbundels.

AUTOMATISCHE STRIPTANG: Wie kent het niet, zo'n standaard striptang waarna vaak draden niet alleen zijn ontdaan van hun mantel, maar ook van enkele koperdraadjes. Het lijkt niet een belangrijk detail, maar dat is het juist wel. Neem als voorbeeld een 1 mm² draadkern met 30 x 0,20 mm dunne koperdraadjes, die bijvoorbeeld 15 Ampère mag hebben, dus ieder koperdraadje kan met 0,5 Ampère worden belast. Na het strippen zijn er nog 25 draadjes over waardoor de belastbaarheid is afgenomen met 5 x 0,5A oftewel mag de hele draad nu nog mag 12,5A dragen. De automatische striptang snijdt de mantel iets in en trekt vervolgens de mantel van de kern, iedere keer weer een perfecte strip en geschikt voor draden met een maximum diameter van 5 mm (grofweg maximale kernoppervlakte van 6 mm²). Ideaal en ik gebruik niets anders meer.

ADEREINDHULZEN: Hoewel ik nauwelijks bekend was met deze dingetjes en altijd dacht dat deze hoofdzakelijk door electriciëns werden gebruikt in meterkasten en contactdozen, heb ik mij in 2017 verdiept in deze materie. En wat blijkt, die krengen zijn rete-handig! Ze kosten bijna niets maar voorkomen dat de tere koperdraadjes beschadigen en ze bevorderen een goed zowel fysiek als electrisch contact.

KRIMPTANG voor adereindhulzen: Een adereindhuls is nutteloos als je 'm niet kan krimpen, dus heb je een speciale krimptang hiervoor nodig. Ik geef de voorkeur aan een tang die de ronde huls vierkant krimpt in reliëf, voor het grootste contactoppervlak en grip in een klem of connector. Je kunt het zo duur maken als je zelf wilt, vanaf twee tientjes tot aan honderden Euro's. Die van mij kost je ongeveer 50 Euro en is van een degelijke kwaliteit die een erg goede, gelijkmatige persing geeft.

LASKLEMMEN: Hiermee was ik al wel goed bekend en gebruik ze vooral in huis. Ook buiten en in de motor komen ze wel eens van pas, maar dan wel goed beschermd tegen vocht. Standaard lasklemmen wilden een eenmaal ingevoerde draad niet meer loslaten zonder te beschadigen, de moderne generatie heeft dat overwonnen door andere contactveren en dan heb je nog de herbruikbare klemmen met het hefboomprincipe. Die laatste is mijn favoriet. Verder niet schokkend interessant te noemen.

GEÏSOLEERDE CONNECTORS: Faston-connectors (ook wel kabelschoenen) en doorverbinders... Ze zijn er in vele soorten, maten en kwaliteiten, met of juist zonder isolatie van nylon of PVC, voor wel of geen permanente verbinding van draden en afhankelijk van het type, bedoeld om te krimpen, lijmen, solderen of een combinatie hiervan. Soldeerverbindingen vertrouw ik eigenlijk nooit 100%, het blijft gevoelig voor breuk is mijn ervaring. Ik gebruik overwegend het type Faston blauw 6,3 mm (male & female) om te krimpen en volledig geïsoleerd met nylon, kosten 10 tot 20 cent per stuk. Doorverbinders omhuld met krimpkous met lijmlaag zijn wat duurder (25 tot 40 cent per stuk) maar als de verbinding permanent mag/moet zijn, krijg je hiermee een mooie, dunne verbinding. Iedere kleur heeft z'n eigen draadkerncapaciteit: rood voor 0,5-1,5 mm², blauw voor 1,5-2,5 mm² en geel voor 2,5-6,0 mm². Wanneer ik een te dikke connector moet gebruiken, verdik ik de kern met een adereindhuls, dit werkt prima.

KRIMPTANG voor geïsoleerde kabelschoenen en doorverbinders: Vergeet het bouwmarkt-tangetje van enkele Euro's, die runïneren de connectors omdat hun bek te smal is en de persdruk op één smal punt wordt overgebracht. Ik vond het altijd al ondingen, totdat ik in een betere tang investeerde. Ook is het belangrijk dat je de juiste tang voor de juiste connector gebruikt. Er zijn weliswaar krimptangen die zowel geïsoleerde als ongeïsoleerde connectors kunnen krimpen, maar dan wordt je niet blij van de prijs die daaraan hangt. Betaalbare varianten hierop hebben verwisselbare matrijzen, hoewel ook deze nog ruim 100 Euro kosten. Ik gebruik overwegend geïsoleerde connectors en pers me een ongeluk (in positieve zin) met deze tang, heeft een instelbare druk waarop de bek weer ontgrendelt zodat iedere krimp solide is. Deze kostte mij slechts 20 Euro!

KRIMPTANG (universeel): Het krimpen van ongeïsoleerde connectors en multistekkercontacten, lukt prima met deze eenvoudige tang. Hoewel hij verdacht veel lijkt op het bouwmarkt-tangetje, is het staal twee tot drie keer zo dik als de goedkope variant. Ondanks dat het een Knipex is, heb je 'm al voor ongeveer twee tientjes.

KRIMPKOUS: Wie dit heeft uitgevonden, is een genie. Ik gebruik steevast de duurste versie, met een krimpverhouding 3:1 en dubbelwandig, waarbij de binnenwand dan voorzien is van lijm. Dit zorgt niet alleen voor een snelle en waterdichte afdichting tussen draadmantel en connectorisolatie, maar fungeert tevens als trekontlasting van de draad. De Faston blauw 6,3 mm combineert perfect met 6 mm krimpkous. Verhitten doe ik altijd gelijkmatig rondom met een heteluchtpistool, nooit met bijvoorbeeld een aansteker omdat dit de krimpkous en draadmantel laat smelten, of de krimpkous onvoldoende gelijkmatig laat krimpen. Het begint al te krimpen vanaf 125 graden (langzaam), bij zo'n 200 graden gaat dit mooi vlot.

HETE LUCHT-PISTOOL: Het pistool heeft maar 3 standen (30 / 400 / 650 graden) dus gebruik ik de middelste stand op voldoende afstand, de krimp is goed wanneer de lijm iets eruit wordt gedrukt. Na het krimpen een minuutje laten rusten of met koude lucht nablazen, waar ik een electrische luchtbedpomp voor gebruik. Wanneer de krimpkous koud is, is deze stug geworden.

BUTYLTAPE (zelfvulcaniserend): Iets wat in iedere gereedschapskist niet zou mogen ontbreken. Eigenlijk de perfecte isolatietape waarmee je een stabiele, duurzame en weersbestendige afdichting krijgt. Beschermfilm verwijderen, wat uit elkaar trekken zodat het ongeveer twee keer zo lang wordt (de tape wordt voelbaar warmer), de draad/verbinding overlappend omwikkelen en laten rusten. Handig wanneer je er achter komt dat je een stukje krimpkous bent vergeten over de draad te schuiven, nadat je de connector net had gemonteerd...

VLECHTKOUS: Is niet noodzakelijk maar ik gebruik het om de draden extra te beschermen, vooral wanneer de draden langs scherpe randen moeten worden geleid. Je hebt het in grijs en zwart en in diverse diameters voor een x-aantal door te voeren draden. De afgebeelde vlechtkous is geschikt voor maximaal 6 draden van 2 mm², bij meer draden wordt het doorvoeren lastiger (hakerig). Een klein minpunt van vlechtkous is dat de uiteinden erg makkelijk rafelen, wat met een stukje butyltape of extra krimpkous tegengegaan kan worden.

SPIRAALBAND: Dit beschermt ook de draden en is minder kritisch op het aantal draden, plus dat je heel makkelijk vertakkingen kunt maken. Zelfs naderhand aanbrengen of verwijderen is geen enkel probleem.

DOORVOERRUBBERS: Daar waar draden door plaatwerk, panelen of frame worden geleid, beschermen doorvoerrubbers (ook wel doorvoertules) de draden tegen de scherpe randen van de doorvoergaten. Er zijn vele soorten en maten, afhankelijk van de wanddikte, gatdiameter en doorvoerdiameter. De cijfers 11/8 betekent geschikt voor een gat van 11 mm met een maximum draaddoorvoer van 8 mm.

LED-lampdraden verlengen

DRADEN VERLENGEN: De draadaders van de LED-lampen zijn erg dun - rond de 0,5 mm² per pool - en dan ook nog vertind. Dat vind ik maar niks want soldeertin maakt draadaders broos, dus verwijder ik eerst een stukje mantel, knip daarna de draden een stukje korter en strip het een centimeter. Van beide polen draai ik de twee aders samen, voer ze in de best passende adereindhuls en krimp het. Geen foto van, dus dat zie je verderop nog wel.

Tijd om de verbinder te monteren, deze klem ik eerst losjes in de krimptang, schuif dan de adereindhuls er in, houd alles goed stil en knijp rustig de verbinder plat. Aan de andere kant gebruik ik mijn favoriete draad met 2 mm² oppervlakte, absoluut overkill omdat deze draad bijna 10 maal de maximale stroom van de LED-lampen kan hebben, dus waarom?... Tja... Noem het gebruiksgemak of eigenwijsheid... Afijn, ik neem 1 meter lengte (is te lang, maar omdat de exacte routering van de bedrading op de motorfiets kan afwijken van mijn plan, geldt beter te lang dan te kort), strip weer een centimeter ader bloot, draai het ineen, voer het in de verbinder en krimp het totdat het stevig vast zit. Daarna kort het heteluchtpistool er langs halen en voilá, stap 1 is voltooid. De draadverlenging nog even testen of er een goede electrische verbinding is.

WEERBESTENDIG MAKEN: De draden aan de lampzijde omwikkel ik met butyltape vanaf de verbinder omdat er naar mijn idee teveel dikteverschil is. De andere kant voorzie ik wel eerst per draad van ongeveer 6 cm krimpkous (6>2), wat grotendeels de verbinder omsluit en natuurlijk deels de draad. Hete lucht rondom er overheen laten gaan totdat de lijm aan de randen zichtbaar wordt, het teken dat de waterdichtheid optimaal is geworden.

DOORVERBINDING AFWERKEN: Om de draden te beschermen wanneer ze op de motor worden bevestigd, schuif ik een stuk vlechtkous over de draden, daarna een stuk krimpkous (9>3) om het uiteinde van de vlechtkous te fixeren, en ook dit weer even laten krimpen. Tot slot over de gehele lengte (van butyltape tot aan de vlechtkous) wederom een stuk krimpkous (12>4). Eenmaal afgekoeld is het nu een zeer stevig geheel geworden waarop zomerse hitte, vocht en trillingen geen invloed kunnen hebben.

SCHAKELAAR met FASTON-CONNECTORS

BASIS-STAPPENPLAN: De bijgeleverde weerbestendige schakelaar voor de lampen heeft 3 draden: een massadraad voor het ingebouwde controlelampje, een ingaande plusdraad en een uitgaande plusdraad. Deze zijn reeds voorzien van Faston-connectors, echter de kleine maat (4,8 mm) en ik gebruik alleen de 6,3 mm brede maat. Bovendien is er geen krimpkous gebruikt en jullie weten inmiddels wel dat ik hier nogal dol op ben. Dus knip ik deze er af en haal enkele centimeters mantel weg (nummer [1] op de foto). Voordat ik verder ga, schuif ik eerst twee stukken krimpkous (6>2) over de draadmantel, die straks het geheel afwerken. Nummer [2] is de gestripte draad die voorzien is van een adereindhuls, [3] vergeet hierna niet de krimpkous wat straks zowel deels de connector als de draad weerbestendig maakt, en [4] de connector die aan de draad is gekrimpt.

AFWERKING per DRAAD: En zo ziet het er dan uit...

AFWERKING TOTAAL: Tot slot zijn er nog de twee stukken krimpkous die ik om de mantel had geschoven. Een stuk krimp ik over de gekleurde draden heen, met het andere stuk overlap ik zoveel mogelijk de krimpkous van de individuele draden. Goed warm maken zodat de lijm mooi uitvloeit, en klaar.

Mijn leveranciers

Biltse Motorrijders Vereniging
RPO Webdesign (© 2011)
--- KvK 54971616 ---

Deze website maakt gebruik van cookies, zie hiervoor onze Privacyverklaring.