Tja... Je kón er natuurlijk op wachten want de succesvolle 6-daagse kris-kras door het Deense landschap, vráágt gewoon om een vervolg!! De kriebels konden in 2010 nog wel onder controle worden gehouden, o.a. als gevolg van de beperkte financiën wegens de aanschaf van een andere motor. Maar het is óók dankzij die andere motor dat ik de strijd zonder twijfel dúrf aan te gaan om Jos bij te kunnen houden. Dus onze agenda's werden getrokken en een periode werd gereserveerd: 13 t/m 17 mei 2011.
Ook nu weer dient de bestemming aan een aantal eisen te voldoen zoals mooie natuur, goede wegen, lekker eten en in één dag te bereiken. Overigens maakt het Jos niet zoveel uit waar "onze reis" naartoe en doorheen gaat, zolang het maar aan de criteria voldoet. De Belgische Ardennen zou een mogelijkheid zijn, ware het niet dat ik niet zo gecharmeerd ben over de binnenwegen. Bovendien is het wel erg dichtbij huis. Twee strafpunten en valt af dus. Dan hebben we het overbekende Duitsland waar we nog alle kanten op kunnen, maar omdat we met de club nog regelmatig meerdaags het Duitse grondgebied gaan bezetten de komende jaren, vond ik dit ook niet een interessante optie. Oostenrijk en Zwitserland zijn prachtig doch weer net wat te ver. Je zou de heen- en terugreis beide kunnen opsplitsen in twee dagen, maar ja, dan blijft er weer zo weinig tijd over voor de dagtochten aangezien we het hele reisschema in maximaal één week willen proppen.
Bij het periodiek archiveren van fotobestanden van eerdere motorreizen en rally's, stuitte ik op een in 2001 gemaakte trip met de VX800-club naar de Vogezen, wat dus Frans grondgebied is. Voldoet aan alle gestelde eisen dus een nader onderzoek wordt ingesteld. Eerst maar eens een kijkje nemen op Google Earth om het beoogde gebied te gaan verkennen. De Vogezen ligt in het noordoosten van Frankrijk, ten westen van het
Zwarte Woud, waarbij de mooiste trajecten te vinden zijn tussen Saint-Dié en Belfort. Een mooie beschrijving van dit gebied wat tevens een stukje geografische historie weergeeft, heb ik even opgezocht;
De Vogezen en de Elzas zijn twee streken in het noordoosten van Frankrijk. Ze worden vaak in een adem genoemd. De Vogezen vormen het hoge deel van de Elzas. De ronde bergtoppen inspireerden de Fransen ze 'ballons' te noemen: ballen. De Grand Ballon is, inderdaad, de hoogste: 1424 meter. De Rijn scheidde in miljoenen jaren de Vogezen van het Duitse Zwarte Woud. Eigenlijk is het een en hetzelfde gebergte, dat nu doorsneden wordt door de rivier. De Vogezen blinken uit in uitgestrekte blikken op de 'ballons' en je vindt er donkere, strenge bossen met een grote wildkans en bochtige weggetjes.
Jaaa, dit lijkt me wel wat om een paar dagen rond te crossen. Het hoogste punt is Le Grand Ballon (1424 m), maar ook de andere toppen zijn zeker de moeite waard om te beklimmen zoals Hohneck (1364 m), Le Petit Ballon (1272 m) en Ballon d'Alsace (1247 m). En één van de mooiste passen is wel de Col de la Schlucht (1139 m). Maar waarschijnlijk hoeven we niet te zoeken naar de mooiste wegen aangezien de Vogezen zeer populair is onder motorminnend publiek. Gewoon volgen dus...
Wat hebben we allemaal nodig? Routes komt als eerste bij mij binnen, maar die kunnen eigenlijk pas goed gemaakt worden wanneer bekend is wat de uitvalsbasis is. Daarmee beginnen we dus als eerste. Zoals verwacht zijn er in dit gebied erg veel overnachtingsmogelijkheden te vinden, van één tot en met vijf sterren, en dito prijzen. Het hoeft niet bijzonder luxe te zijn, zolang de kamer netjes en schoon is, de bedden niet aftans zijn en het nog redelijk betaalbaar blijft. Oja, en het liefst ook nog een beetje centraal gelegen, zoals in de buurt van Col de la Schlucht (25 km ten Westen van Colmar). Hmm, dat kan nog wel eens lastig worden, maar niet geschoten is altíjd mis dus ik ga aan de slag. Via Google (zoeken op "vogezen hotel motor"...) kom je al snel op een aantal hotels uit. Ter indicatie heb ik hiervan een kaartje gemaakt;
De eerste uitspanning waar ik een prijsopgave van vraag, is Moto-Hôtel du Col de Bussang dat zeer geliefd is bij individuele motorrijders en motorclubs. Gelegen in de plaats Bussang, zo'n 5 km ten oosten van Le Thillot en 25 km ten noorden van Belfort. Het hotel word gerund door de familie de Vries en ja, het zijn Nederlanders. Mijn e-mail wordt al vlot beantwoord en de prijs is interessant omdat ze alleen maar verblijf op basis van half-pension aanbieden. En dat is jammer omdat zowel Jos als ik graag zèlf willen bepalen waar en wat we gaan eten. Maar voor minder culinaire eigenheimers, is het een prima stek die in de smaak zal vallen. Het tweede hotel is het Auberge La Mouche, in bezit van Nederlanders en bekend bij motorrijders. Ook nummer drie - Motorherberg Les Tronces - ontkomt niet aan mijn inspectie. Het vierde hotel is wat luxer en beschikt over een fitnessruimte en binnenzwembad, Hotel Au Bois Le Sire. Dit bevalt mij wel, er zijn op loopafstand van het hoofdgebouw een aantal kleine appartementjes waar je de motor bij naar binnen kan rijden. Ik verstuur een e-mail voor de prijsopgave, die ik enkele dagen later ontvang. Het vijfde hotel - Auberge Les Bagenelles - is een regelrechte bulls-eye. Een mooi chalet zoals ik dat in gedachten had, gelegen "in the middle of nowhere", voorzien van onderdak voor de motoren. Men spreekt geen Nederlands maar wel Duits en Engels. Prima, daarmee redden we het ook wel, maar eigenlijk vind ik het zeker zo leuk om gewoon gebrekkig Frans te spreken. Dat heb ik ooit (25 jaar geleden...) gedurende een enkel schooljaar als vak gehad, dus een LOI-cursus Frans is reeds gedownload. Afin... Ook deze stuur ik een e-mail en heb kort daarna alweer een antwoord terug.
Ondertussen had ik de websites van de benaderde hotels aan Jos doorgegeven, zodat hij mijn inspanningen kon goed- of afkeuren. Dat werd natuurlijk een goedkeur en zijn "eerste keus" was (gelukkig) Les Bagenelles. De periode hadden we reeds eerder bepaald, kort voordat we het clubweekend hebben. De soort kamer moest nog gekozen worden en omdat het Engelstalige e-mailcontact niet helemaal vlekkeloos verliep, heb ik de heilige koe bij de horens gevat en mijzelf een aantal professionele Franse zinnen uit het hoofd geleerd. Daarna het hotel gebeld en voilá, het gesprek tres souplesse. In het Engels overigens want ik vroeg in soepel Frans of de "mademoiselle" Engels sprak, en dat sprak ze. Anders was het gesprek wel heel erg kort geweest. Maar alles wat ik wilde weten ben ik te weten gekomen en zodoende heb ik de grote kamer gekozen - met twee 2-persoons bedden dus we kunnen ieder apart lekker dwars liggen 's nachts - en meteen de reservering definitief gemaakt door m'n creditcardgegevens door te geven. Tot slot de andere hotels waarop een optie was gezet - netjes als ik ben - een afmelding gestuurd.
Óf ik überhaupt nog wel interessante punten (jaja, mijn GPS-cursisten weten het hopelijk nog: Point Of Interests, kortweg POI's...) in het Garmin-bestand moet zetten, is de vraag. Want ten eerste, zo'n beetje iedere kilometer in de Vogezen is geweldig te noemen, en ten tweede is de kans gering dat we zowiezo nog uit het zadel willen komen. Nee, mochten we onderweg ineens een erg leuke of interessante bezienswaardigheid tegenkomen, dan kunnen we ter plekke altijd nog besluiten om een pauze in te lassen danwel een stukje terug te rijden. Maar één POI heb ik wèl alvast vastgelegd: Cité Du Train in Mulhouse, Europa's grootste treinenmuseum wat recentelijk gerenoveerd is. Aangezien zowel Jos als ik (model)treinliefhebbers zijn, rijden we graag een stukje om.
Als GPS-goeroe word er natuurlijk van mij verwacht dat ik een zorgvuldig samengesteld pakket met routes ontwerp... Tuurlijk doe ik dat! De heen- en terugroutes hoeven niet zoveel tijd te kosten aangezien deze hoofdzakelijk via de snelwegen verlopen. Op een paar punten word er tevens gebruik gemaakt van provinciale verbindingswegen maar dat is slechts een klein aandeel in de route (10%). Oja, België vermijd ik als de pest dus gaan we via Duitsland.
Jos gaat als eerste van start en houdt koffiepauze in Culemborg. Daarna gaan we binnendoor naar de A15 richting Nijmegen en rijden we via de A73 naar het Zuiden. Bij Venlo (165 km) word het grensoverschrijdend en duiken we de A61 op tot net voorbij Walldorf. Bij het gelijknamige knooppunt (495 km) draaien we rechtsaf naar de A5. Bij Offenburg verlaten we de snelweg, rijden richting de grens en volgen de borden naar Sélestat, Sainte-Marie-Aux-Mines en de laatste 5 kilometer tot ons hotel. Totaal 680 km (7 uur excl. pauzes). Inchecken, koffers uitpakken, het bekende ritueel. Wat zal een koude goudgele rakker op het terras toch lekker smaken, terwijl we van een tussen de bergkammen ondergaande lentezon genieten.
Ook heb ik drie dagroutes gemaakt, variërend van 330 tot 400 km lengte. Daarmee kom je de dag wel door. Meestal zoek ik eerst op internet naar een aantal routes die reeds verreden zijn door andere motorrijders of clubs. Vooral de routes van de grotere clubs zijn eigenlijk altijd goed te gebruiken, mits ze niet te oud zijn. Aan een route die in 1999 is verreden, heb je niet zoveel. De "voorbeeldroutes" die ik ga gebruiken zijn nooit ouder dan drie à vier jaar. In totaal heb ik zeven routes verzameld (allemaal Vogezen) waarmee ik aan de slag ga. Om het verloop van de voorbeeldroutes in takt te houden, converteer ik eerst alle routes in tracks met het programma WinGDB. Eventueel geef ik iedere track een andere kleur om ze beter uit elkaar te kunnen houden, maar ook zodat je in vrijwel één oogopslag ziet wat de beste plekjes zijn om jouw eigen route langs te laten lopen. Zo creëer je tóch je eigen smaak zonder dat je het wiel opnieuw hoeft uit te vinden.
De kortste gaat tegen de klok in en laat ons de Noord-Vogezen zien, al kronkelend laten we de grotere plaatsen rechts liggen zoals Obernai, Sarrebourg en Lunéville en doorkruisen we Saint-Dié-Des-Vosges, om vervolgens weer bij ons hotel te eindigen. Om de verveling van de Vogezen te doorbreken (...) heb ik ook een mooie dagtocht gemaakt door het Zwarte Woud (390 km). We rijden eerst een klein stukje van de terugroute totdat we met het overbruggen van de Rijn weer in Duitsland zijn beland. Dan via Gengenbach, Krähenstein en Allerheiligen duiken we naar onderen via Bad Griesbach, Wolfach en Schönwald Im Schwarzwald tot aan Sankt Märgen. Om tot rust te komen nemen we de makkelijkere wegen om vlot in Freiburg Im Breisgau te arriveren, waar we minimaal één fotomoment nemen bij het raadhuis. Dat mág je niet missen, als je van bijzonder mooie gebouwen houdt. Na deze imponerende pauze, vertrekken we naar Breisach Am Rhein voor het avondeten. Deze kleine stad ligt - inderdaad - aan de Rijn en is tevens de laatste Duitse plaats van deze dagroute. Hierna rijden we het laatste stuk via Colmar terug naar ons hotel. Uiteraard heb ik ook een dagtocht door de Zuid-Vogezen gemaakt, die de bekendste passen en "ballons" bevat, het Cité Du Train en het Gérardmer, om maar eens een paar toeristische trekpleisters te noemen.
Natuurlijk zorg je er voor dat de motor technisch tiptop in orde is en dat de banden voldoende profiel en spanning hebben. Tijdens de winterstalling heeft mijn FJR reeds een nieuwe voorband gekregen, de oude was blijkbaar al versleten (snap er niets van...). De achterband kan nog zo'n 1500 km mee maar dat is gerekend vanaf medio maart, en aangezien ik gemiddeld 750 km per maand rij, zal ook deze begin mei vernieuwd moeten worden. Nu zijn er ook gepassioneerde motorrijders die een band helemaal kaal rijden, maar aangezien dit bij nattigheid vervelende gevolgen kan hebben (en in steeds meer landen ook verzekeringstechnisch), blijf ik steevast aan de veilige kant. Echter een motor blijft een mechanisch geval en dus kan er altijd iets gebeuren waardoor je stilvalt. Dan is het handig (verstandig) om een backup achter de hand te hebben. Dat is natuurlijk een reflectievest (verplicht), boordgereedschap en reservelampen/zekeringen, eventueel aangevuld met een zelf samengesteld pakketje materialen. Ik heb voor buitenlandse trips zowiezo de volgende noodartikelen bij me;
duc-tape, ty-raps, multitool, diverse maten bouten/moeren/vulringen, zak-/hoofdlampje, paar meter stroomdraad, kroonsteentjes, poetslap en cleaninggel. Ook een litertje motorolie is ook geen overbodige luxe aangezien dit niet zomaar bij doorsnee tankstations wordt verkocht. Ook Europese pechhulp via de motorverzekering is iets wat ik altijd heb. Zo sta je nooit alleen en zijn repatriëring en extra reis- en verblijfskosten ook meteen meeverzekerd.
Met boordapparatuur doel ik op intercom, zender/portofoon en GPS. Van intercom/zender heb ik geen verstand, van GPS des te meer. Tijdens de winterperiode maak ik de GPS altijd helemaal schoon. Niet alleen van buiten met een sopje, maar ook van binnen. Ik schroef 'm natuurlijk niet open, maar tijdens het gebruik verzamelt een GPS veel informatie die je niet ziet. Vergelijk het maar met een PC/laptop, die na verloop van tijd steeds trager lijkt te worden, opstarten duurt steeds langer, loopt regelmatig vast en de harddisk begint steeds meer te ratelen. Dan is het hoog tijd voor een softwarematige schoonmaak. Ikzelf zet dan een schone backup terug op de PC en daarna is 'ie weer als nieuw!
Dat kan ook met de meeste GPS-sen, in ieder geval met de Garmin en TomTom. Meestal zit er een miniscuul gaatje aan de onderkant van het apparaat die je met bijvoorbeeld een tandenstoker gedurende een paar seconden moet indrukken, waarna er een "hard reset" wordt gedaan. Bij mijn GPS uit de oertijd (maar nog steeds functioneel) kan ik een "master reset" doen middels een ingewikkelde combinatie en volgorde van knoppen indrukken. Hierna piept 'ie even en start dan weer normaal op in de fabrieksstand (zoals je hem kocht). Een aandachtspuntje is hierbij van belang. Weet je niet hoe zoiets bij jouw GPS moet of durf je dit niet zelf te doen, ga dan gewoon naar de winkel waar je hem hebt gekocht. Een goede winkel zal dit kostenloos voor je doen. Heb je 'm bij een webwinkel aangeschaft of eventueel bij een particulier, dan is een bezoekje aan GPS-specialist Waypoint wellicht handig. Noteer van te voren de instellingen van je GPS en bewaar al je POI's/routes/tracks op je PC/laptop/USB-stick. Het (laten) doen van een "master reset" wist al deze gegevens uit het geheugen van je GPS. Het kaartmateriaal zit tegenwoordig veelal ingebakken in de chip of staat op een losse geheugenkaart, zodat de detailkaarten gewoon in tact blijven.
Tja, dat is voor iedereen persoonlijk natuurlijk. De één heeft zat aan wat schoon ondergoed en een tube tandpasta en heeft hiervoor genoeg bagageruimte in z'n jaszakken, de ander heeft ondertussen al een aanhanger op het oog. Iets wat je altijd op zak moet hebben is je rijbewijs, verzekeringspapieren/groene kaart, paspoort/ID-kaart en een schadeformulier. Zorg dat je ook kopieën van deze belangrijke documenten hebt gemaakt, liefst 2 sets: eentje thuis en de andere bijvoorbeeld in een afgesloten koffer of - als je met meerderen bent - bij iemand anders in de jaszak. Wat ook handig kan zijn, is om digitale kopieën (scans) te bewaren op een USB-stick. Deze hou je bij je in je broekzak of portemonnaie. Niets is "fool-proof", maar toch...
Verder overkomt het vrijwel iedereen een keer: je motor start niet meer of de sleutel breekt ineens af (hè Jos?...). Veel motoren hebben één of andere vorm van startbeveiliging via een gecodeerde sleutel of alarmsysteem. Zorg dus dat je een (gecodeerde) reservesleutel en/of reserve(knoopcel)batterijen voor de afstandsbediening van je alarm bij je hebt (hè Ad?...).
Zowel Jos als ik hebben ieder 60 liter ruimte aan boord (zijkoffers) en Jos gebruikt waarschijnlijk ook nog een compacte tanktas om diverse spullen onder direct handbereik te hebben. Ik heb voor m'n kleding en toiletartikelen de linkerkoffer gereserveerd. Waarom specifiek de linker zou je nu misschien denken? Nou, vaak parkeer je je motor op de jiffy en staat de motor dus links-hellend. Als je nou wat wilt eten of drinken, of een foto wilt schieten, en die spullen zitten in de linker zijkoffer, dan dondert geheid een deel er uit. Een schone onderbroek zal je hopelijk tijdens de heen-/terugreis niet zo snel nodig hebben. Vandaar dus kleding in de linker zijkoffer en de rest (extra slot, alle noodartikelen, schoonmaakspul voor kuipruit/vizier, oude handdoek voor diverse doeleinden, BMV-pet en proviant) in de rechter, dan blijft alles netjes er in liggen dankzij de zwaartekracht. Verder is het van belang om het gewicht van de beide zijkoffers zoveel mogelijk aan elkaar gelijk te hebben. Het hoeft niet tot op een kilo nauwkeurig (mag wel...) maar wanneer het 5 kilo scheelt, merk je dit wel, zéker bij haarspeldbochten. Uit ervaring vul ik eerst de linker zijkoffer en daarna de rechter, waarbij het streefgewicht hiervan ongeveer 1 kilo méér is dan van de linker. Rechts zit de proviant en gedurende de reis verdwijnt hier dus gewicht door het nuttigen hiervan. Gôh, een hele wetenschap nog, dat inpakken...
Nu ben ik (en volgens mij ook Jos) niet bijgelovig maar vandaag is het vrijdag de 13e mei 2011... De weersvooruitzichten zijn redelijk, overwegend bewolkt met dagelijks kans op een bui. Dat maakt echter niets uit want hoe het weer ook is, als echte die-hards van de BMV vertrekken we zowiezo. Wij hadden beoogd om rond 16:00 uur bij ons hotel te arriveren, zou Jos rondom 08:00 uur mij in Culemborg oppikken. Om 07:30 uur had ik net de motor naar buiten gereden en voorzien van de zijkoffers en navigatie, toen Jos op dat moment reeds de straat inreed. Samen natuurlijk vóór definitief vertrek nog even een stevige bak koffie naar binnen gieten en tegen half negen zaten we ieder in ons zadel. Het was heerlijk weer, weinig wind, pittige zonnestralen en een verfrissende temperatuur. Het avontuur kon beginnen!
Mijn vrouw Ursula wilde dit mooie moment natuurlijk wel even vastleggen en zwaaide ons uit, zodat ze zéker wist dat we weg waren en zij aan haar 5 dagen totale "zen"-rust kon gaan genieten...
De relaxte weg naar Geldermalsen is een perfect stuk asfalt om zelf rustig te ontwaken en om het motorblok op te warmen voor de 450 snelwegkilometers. De 165 km tot aan Venlo draaiden we in krap anderhalf uur dankzij een rustig verkeersbeeld. Wat rijd zo'n FJR toch verdomd lekker! Op de Duitse A61 waar we 330 km mogen verblijven, word de gemiddelde snelheid wat beperkt door de talloze en kilometers lange Baustellen waar je doorgaans 80 km/u moet sukkelen. Gelukkig is de linker rijstrook versmald zodat we die strook tot ons domein hadden bestempeld. Ondanks dat, was het hier gewoon saaaaiiii... Totdat het bord "Ende Baustelle" werd gepasseerd en er weer een heuse draai aan het gas gegeven kon worden om vervolgens enkele kilometers verder weer in de ankers te moeten gaan om ons aan de volgende ellenlange snelheidsbeperkende Baustelle over te geven. Het heerlijke motorweer zorgde gelukkig voor een tevreden glimlach op onze bekkies. Halverwege de A61 - geen idee wáár precies maar laten we maar even in de buurt van Koblenz zeggen - werd het tijd voor een versnapering voor de motoren en onszelf. Even lekker een half uurtje gezeten met een forse beker koffie met ruim suiker op het terras van een drukke Rasthof. Ongeveer 200 km verder aan de A5 bij Karlsruhe een tweede pauze gehouden om weer het verloren lichaamsvocht op peil te brengen en tevens onze achterwerken weer een beetje te fatsoeneren. De motoren hadden niets nodig, een aai over de bol daargelaten...
Over de resterende 150 km deden we ruim twee uur wegens een tweede tankstop (zodat we de volgende dag meteen aan de rondrit konden beginnen), een paar forse buien (hoe glad zal het Franse asfalt worden?!?) en de Franse spits waar we niet op zaten te wachten. Maar goed, de laatste 5 km tot ons hotel deed ons die spits meteen weer vergeten want wat was die omgeving toch prachtig! Om 16:45 uur reden we het terrein op, toch wel een beetje zat van het zitten.
De bagage gepakt, ingechecked, ons op de kamer geïnstalleerd, opgefrist, nog even de motoren vertroeteld en onderdak gegeven... en dan BIER!!! Madame, deux GRANDE bière svp! Ahhhh, lekker en verdiend!
Die eerste was zo op dus een herhaalrecept werd binnen een mum van tijd afgeleverd. Voor het avondeten hebben we het ons makkelijk gemaakt en besloten we a la carte te doen. Erg nette prijzen en de kwaliteit was om te smullen, bovendien was de keuken van dit hotel ook zichtbaar in trek bij de lokale bevolking dus dit werd ook voor ons een blijvertje voor de andere avonden.
De zaterdagochtend begon voor mij aan de vroege kant (05:00 uur) doordat het bed nogal stug afgeveerd was. Zeg maar gerust zo hard als een plank en geen vering. Bovendien had de vermoeidheid i.c.m. een paar flinke jongens bier en een voortreffelijk wijntje bij het eten, een minder positief effect in de ochtend. Gelukkig had ik alle tijd van de wereld om dat vochttekort aan te vullen met een halve liter multivitaminendrank uit mijn proviantvoorraad, zoals de oerwoudgeluiden in de andere slaapkamer deden vermoeden.
Enkele uren later zaten we rustig verder wakker te worden aan het ontbijt met o.a. prima (sterke) koffie en de enige echte Franse croissants. Best lekker maar wát een kleredingen zijn dat zeg! Gloeiende-gloeiende... En dan te bedenken dat mijn geduld 's ochtends tóch al niet echt in voldoende mate aanwezig is... Met botte messen snijd het zowiezo al niet super soepel, maar wanneer je dit gereedschap met enig beleid in je warm-uit-de-oven-croissantje zet, mag je blij zijn wanneer je de helft overhoudt. De andere helft ligt namelijk in duigen verspreid over je bord en de halve tafel. Thuis heb ik er al moeite mee en dan heb ik nog mazzel want dat zijn altijd van die voorgebakken en onder-beschermende-atmosfeer-verpakte croissants, plus dat wij wèl messen hebben die weten voor welk doel zij gefabriceerd zijn. Dat betekent dat de kans wel 80% is dat je daadwerkelijk twee herkenbare helften overhoudt. Maar goed, toch weer een hele alinea volgeschreven met het effect van croissantje snijden. Het neveneffect is overigens een van het lachen dubbel liggende Jos.
Afin, het is 09:30 uur en de motoren worden gestart, de lens van de HD-videocamera min of meer horizontaal uitgelijnd en ingeschakeld. Thuis had ik de gevoeligheid van de microfoon terug getuned naar standje 10 (regelbereik 0 - 60) om de windruis te dempen. Na deze trip bleek echter dat standje 10 iets teveel demping gaf zodat het helaas op een stomme film lijkt, dus heb ik 'm opgeschroefd naar standje 25 voor de opnames tijdens het clubweekend. Maar dat terzijde.
Het noorderlijke deel i.c.m. de Elzas geeft een fijne mix van haarspeldbochten, ruim bochtenwerk voor hogere tempo's, heel veel groen, bossen en uitzichten/vergezichten. Goed asfalt met hier en daar wat oneffenheden, maar nooit zoveel en irritant als in het Zwarte Woud. Jos heeft steeds de dagritten voorop gereden zodat hij dus veelvuldig op video staat. Nu volgen een aantal snapshots van de video's, die slechts een fractie qua ruimte innemen op deze pagina. De camera is ingesteld op een resolutie van 1280x960 beeldpunten wat per uur filmen ongeveer 6 GB geheugenruimte in beslag neemt. Deze resolutie is geen breedbeeld (16:9) maar heeft een ouderwetse beeldverhouding van 4:3. Het grote voordeel hiervan is, dat je tijdens het bochtenrijden altijd het wegverloop in beeld houdt. Indien gewenst kan toch voor een breedbeeldresolutie gekozen worden (1280x720). Verder is deze resolutie met een snelle laptop of PC nog goed te monteren in videobewerkingssoftware. Ik heb het zelf getest, maar om full-HD (oftewel een resolutie van 1920x1080 beeldpunten) te kunnen bewerken moet men een gruwelijk snelle laptop of grafisch professionele computer hebben. Tot zover de onderliggende gedachte.
Vandaag is het zondag, het heeft 's nachts geregend maar het zonnetje breekt lekker door doch een enkel buitje blijft mogelijk. Nou, prima weer om te rijden dus. Volgens de planning staat de Zwarte Woud-route op het programma, maar omdat we denken dat het treinenmuseum op maandag waarschijnlijk gesloten is, doen we de grote wisseltruc en rijden stiekum vandaag de Zuid-Vogezen-route. De route brengt om over de mooiste bergpassen met uiteraard talloze haarspeldbochten, stijgingen/dalingen en indrukwekkende vergezichten. Later deze ochtend ook nog wat anders...
We starten met het bewonderen van de andere kant van de berg waar we vanuit ons hotel op uitkijken. Al snel is de eerste fotostop gemaakt...
... en gaan er nog vele volgen.
We vervolgen snel onze weg via de slingerwegen La Schlucht, echt een weg om je vingers bij af te likken. Venijnige haarspeldbochten, korte bochtencombinaties afgewisseld met lange doorlopers of juist stijle rechte stukken, dit alles in uitstekende wegdekkwaliteit. Na dit feest trotseren wij Le Petit Ballon waarbij je moet oppassen dat de videocamera geen overuren draait, aangezien er ook nog wat opnameduur moet overblijven voor de volgende dag.
Lezers met een scherpe blik hebben het waarschijnlijk al gezien en wij hadden dat zéker al in de smiezen: donkere wolken boven de volgende berg, Le Grand Ballon. Hopelijk blijft het alleen bij dreigende lucht of eventueel een kleine bui. Niet dat we bang zijn voor een nat pak ofzo (het zijn all-weather-pakken en die kunnen best veel hebben) maar meer dat we van de combinatie van regen, percentages en haarspeldbochten niet zo vrolijk worden. Maar goed, we blijven zo positief mogelijk en vervolgen onze weg zoals de GPS Jos voorschrijft... Natuurlijk treed de Wet van Murphy in werking zodra wij halverwege de klim naar de top zijn en het zachtjes begint te druppen. Een minuutje later gaat de drup over in regen en dat blijft even zo. Sneller dan verwacht verandert het druppeltempo van adagio in allégro en staat de kronkelende bergweg in no-time blank. Ja ho maar, genoeg gesold met ons want dit is niet leuk meer. Helaas is deze wens tegen dovemansoren want minder wordt het niet. Integendeel zelfs, alles wordt uit de kast getrokken om ons onderuit te krijgen. Het is inmiddels voelbaar kouder geworden, te koud eigenlijk want dat heeft een nadelig effect op de regen: deze verandert plots van structuur naar hagel en enkele momenten daarna zelfs in sneeuw! We hebben kort gezocht naar een restaurantje o.i.d. om even te schuilen en met een warme bak koffie te wachten op drogere omstandigheden, maar helaas, natuurlijk niets te vinden. Gelukkig bieden onze nieuwe banden volop grip en kunnen we met een gematigde gang (40-60 km/u) de resterende vier kilometer tot de top afronden, terwijl we 6 keer per minuut het vizier moeten schoonvegen. De natte sneeuw blijkt toch niet zo nat als gedacht, blijft hardnekkig op kuipruit en vizier plakken en vormt iedere 10 seconden een ondoorzichtige koek. Binnen vijf minuten waren we op de top aanbeland en hebben we in een cafetaria-achtige tent ons tegoed gedaan aan een bak koffie. Wij bleken de enige motorrijders te zijn. Gôh...
Een klein half uur later brak de zon weer door, kregen wij een positieve impuls en zetten we onze koers voort richting Cernay en Mulhouse om een bezoek te brengen aan Europa's grootste spoorwegmuseum. Het is tegen enen en het bleek superrustig te zijn dus we konden in alle rust al het materiaal op ons laten inwerken. Veel unieke locomotieven en bijzondere rijtuigen, ja zelfs een sneltrein-stoomloc die op een onzichtbare rollenbank staat en waarvan het drijfwerk periodiek vijf minuten beweegt. Indrukwekkend! Enne, qua grootte maken ze hun naam absoluut waar. Wat er allemaal binnenshuis aan materieel staat, is al ongeveer 3 tot 4 keer zoveel als het Utrechtse spoorwegmuseum. Maar ook buiten staat (als we de plattegrond e.d. mochten geloven) een gigantische hoeveelheid aan materieel, gebouwen, draaischijven, onderhoudskuilen, bevoorradingsinstallaties en andere fotowaardige spullen. Wij zijn echter niet buiten geweest gezien de beperkte tijd die we hiervoor hadden gereserveerd.
Ondertussen - onder het genot van een lekkere bak koffie en een stuk taart - bespraken wij een alternatieve terugroute aangezien de oorspronkelijke terugroute veel te veel tijd in beslag zou nemen en wij allebei ook wel graag rond 18:00 uur bij het hotel wilden arriveren. Het werd via de snelweg wat 160 km korter is en ons een tijdsvoordeel van maar liefst 4 uur oplevert. Rondom 16:30 uur hadden we voldoende gezien en maakten ons gereed voor de terugreis van 90 km naar het hotel. Anderhalf uur later en wat kleine buitjes waren we thuis.
Maandagochtend en zowaar ben ik eens op een normalere tijd wakker, 08:15 uur. Zelfs Jos verbaasde zich hierover. Wederom rustig wakker geworden en genoten van het goede ontbijt. Extra zoetigheid naar binnen laten glijden want we gaan weer kilometers vreten vandaag en wel een prachtige rondrit door het Noorden en midden van het Zwarte Woud. Motoren goedemorgen gezegd en gewekt, oordoppen in, helm op en HD-camera op de tank bevestigd. Enkele ogenblikken later reden we weg richting Sélestat en via een stukje snelweg naar Strassbourg, waar we de Rijn oversteken via een lange brug en we ons weer op Duits grondgebied bevinden.
Pas nabij Löcherberg begint de route weer interessant te worden en dient de ene haarspeldbocht zich na de andere aan, gecombineerd met een leuk hellingspercentage. De rustmomenten zijn de pittoreske dorpjes waar de tijd schijnbaar stil heeft gestaan, de stukken verbindingsweg die de afgeronde afdalingen met de nog te nemen beklimmingen verbindt en het blijven hangen achter een met vers gekapte boomstammen volgeladen truck die blijkbaar óf nog onder z'n beladingslimiet zit, óf een beer van een motorblok er in heeft liggen want doordat hij overal flink de sokken er in had, zagen wij op de bochtige wegen geen enkele kans schoon om het gevaarte op een veilige manier in te halen. Wel heel knap overigens om met zo'n combinatie met gewoon 60 à 70 km/u door de dorpjes te scheuren. Zou de zagerij vroeg sluiten soms?
Het mooiste stuk qua bochten, variatie in vegetatie en vergezichten is toch wel de K5370 tussen Oppenau en Allerheiligen.
Wat wel een beetje roet in het eten wierp, waren de vele vele vele matig gerepareerde stukken asfalt, die uiteraard meestal in de ideale rijlijn vallen. Het gevolg was dat je daar nogal overheen stuiterde waardoor de snelheid veiligheidshalve ook beperkt moest worden. Jammer.
Hierna krijgen we weer wat rust wanneer we naar Ruhestein rijden. Kort vóór Ruhestein duiken we de Schwarzwaldhochstrasse op en kunnen we de motoren de sporen geven. Dit keer werkelijk perfect asfalt: zo strak als een biljartlaken, geen enkele wegdekvervuiling, breed, ruime bochten en zeer overzichtelijk. Met een gangetje van dik 100 was het heerlijk relaxed zwieren. Dat maakt een hoop goed.
We zakken af naar Bad Peterstal-Griesbach en nemen weer wat mooie bochtencombinaties en hairpins op de koop toe. Wij blijken echter de tijd een beetje uit het oog verloren te zijn en komen in de buurt van Wolfach er achter, dat we rond vijven de eindstreep (hotel) niet zullen gaan halen. We houden even pauze in een klein maar bedrijvig dorpje, genieten van een bak koffie met een stuk Kuchen en Jos maakt even een foto van een feestelijk opgetuigde totempaal.
We besluiten de route wat af te snijden cq in te korten en via de snelste manier naar Freiburg im Breisgau te rijden. Dat is een erg mooie stad en het raadhuis wil ik niet missen. Zo gezegd, zo gedaan. Eenmaal in Freiburg gearriveerd, herken ik de stad echter niet meer als vroeger (zo'n 6 jaar geleden). Overal wegopbrekingen, sloopwerken en nieuwbouw. Het verkeer verkeert in een chaotische staat. Zelfs ik word er tureluurs van en m'n trouwe GPS raakt ook een beetje de kluts kwijt. Het mooie raadhuis is gewoon niet te zien, laat staat te vinden terwijl wij er vlakbij moeten zijn, maar alle gebruikelijke toegangswegen blijken geblokkeerd te zijn. We parkeren de motoren op een met hekken afgezet stuk asfalt wat voor brommers bestemd is (dus ook voor onze brommers ) en wandelen een klein stukje het bruisende centrum in.
Overduidelijk een studentenstad, op zich niet erg natuurlijk maar voor vandaag een beetje too much want het is ruim twintig graden Celsius en (met name) het jonge vrouwvolk gaat veelal zomers gekleed. Wij daarintegen, zijn nogal overdressed en zo staan we met een kwartier weer bij de motoren, uhh brommers dus en maken we dat we wegkomen uit deze hectische bouwput. Via Breisgau am Rhein en Colmar koersen we richting ons hotel, waar we na een kleine 2 uur rijden, arriveren. Een vermoeiende dag maar wij hebben ons vermaakt en daar gaat het om... En waar het óók om gaat, is het geweldige eten wat we als laatste avondmaal uitkiezen. Wederom formidabel, uiteraard ondersteund door een aantal vloeibare genotsmiddelen in voordeelverpakking.
Later op het terras nog wat gebabbeld met een lollig groepje Duitsers die hier regelmatig een weekendje verbleven om een aantal redenen;
- de kwaliteit van de wegen zijn beter dan in hun Zwarte Woud,
- het hotel is van uitstekende kwaliteit en ongeacht het seizoen, zeer betaalbaar,
- het Franse personeel is zeer vriendelijk, behulpzaam èn spreekt Duits,
- het weer is overwegend beter dan in hun Zwarte Woud,
- de prachtige omgeving...
Nou, over hun vierde punt waren wij het toch niet helemaal eens, maar toen we ons sneeuw-avontuur hadden verteld, wisten ze even niets meer te zeggen. Ook wel eens lekker...
Jos en ik bespraken later nog even de afgelopen dagen en de agenda van morgen, de terugreisdag. We proberen omstreeks half negen te vertrekken zodat we met een beetje mazzel eind van de middag weer thuis kunnen zijn. Oftewel kwart voor acht aan het ontbijt en dus om een uur of zeven opstaan. De koffers pakken we vanavond alvast grotendeels in. Prima plan zo.
Het afrekenen kunnen we nu meteen al doen, da's wel zo prettig. Terwijl we staan te wachten totdat de totale rekening is opgemaakt en uitgedraaid, hebben we natuurlijk zelf al een ruwe schatting gemaakt van het te betalen bedrag, op basis van gewogen gemiddelden. De 4p-kamer voor 4 nachten logies+ontbijt was mij al bevestigd tijdens de reservering: 440 Euro (inclusief toeristenbelasting). Daarbij komen de kosten van 2 maal 4 keer avondeten: geschat op 200 Euro, en als laatste de overige consumpties die bestaan uit bier, cola, 1 glas wijn, kleine bier, grote bier en bier. We hebben geen flauw idee wat dit zou kosten, laat staan hoeveel glazen het in totaal zijn geweest. Wij vertrouwen dus volledig op de nauwkeurigheid en deskundigheid van het personeel en beramen de drank op een extra 150 Euro. Totaal verwachten wij dus op ongeveer 800 Euro uit te gaan komen.
Groot was de verrassing dus, toen de gepresenteerde rekening een bedrag toonde van slechts 550 Euro afgerond. Jos rekende af en tijdens het genieten van het laatste glas grande bière , bestudeerden we de rekening nog eens. Waar stond het avondeten nou? In eerste instantie vonden wij het best, doch indien we er nog eens terug zouden komen (met z'n tweetjes of wellicht een keer tijdens een BMV- buitenlandweekend) hebben we het toch maar even voor de zekerheid (en netheid) nagevraagd of ze misschien niet iets vergeten waren. Nee hoor, de rekening was correct zo. Het bleek dat de kamerprijs pppn van 54 Euro voor half pension is, dus inclusief avondeten. Dat is dus verwarrend (maar absoluut niet erg!) aangezien op hun website destijds half-pension 70 Euro kostte. Inmiddels hebben ze dit aangepast op de website. Ter info nog even dit: het maakt dus niet uit of je het 3-gangen-dagmenu kiest of dat je de 3-gangen a la carte uitkiest. Helemaal TOP!
Zoals gepland stonden we rond 07:00 uur op, zaten we om 07:45 uur aan het ontbijt en reden we om 08:30 uur voor de laatste keer de weg op naar het edelstenen-stadje Saint-Marie-Aux-Mines. Het was droog, het zonnetje scheen en het verkeer zat ons redelijk mee, tot in Duitsland waar wij weer te vaak werden getrakteerd op de Baustellen. Tussen deze snelheidsbeperkende factoren werd de gashendel meermaals (kortstondig) tot aan de stuit verdraaid om het rijdend gemiddelde op peil te kunnen houden. Voor de rest ons netjes aan de rijtijdenwet gehouden want - al geld dat niet voor ons - verstandig is dat zéker. Vooral wanneer het warm is en/of er een verhoogde verkeersdrukte heerst, word je sneller vermoeid en neemt de kans op fouten progressief toe. Dus... Iedere twee uur minimaal een kwartier rust en eten/drinken, vooral bij de saaie snelwegkilometers. Rijd je de binnenwegen, dan kost het je over het algemeen minder moeite alert te blijven doordat de afwisseling veel groter is. Motorrijden is dan gewoon veel leuker. Veilig rijden en heelhuids thuiskomen willen we natuurlijk allemaal. En volgens planning kwamen onze eindpunten in zicht en eenmaal thuis, stond de tripcomputer van de GPS op 2390 km.
Deze 5-daagse was - net als het Rondje Denemarken in zes dagen - een memoriabele motorvakantie. Frankrijk is ons uitstekend bevallen, en vooral voor mij die Frankrijk als vakantieland vrijwel altijd links liet liggen, o.a. doordat ik de taal onvoldoende beheers (understatement), ben er nu ook gelukkig achter dat het een prima land is om je per motor te verplaatsen. De goede en mooi gedrappeerde wegen, de natuur, de vriendelijke bevolking, dat je dus niet persé Frans hoeft te spreken, het smaakvolle eten, het bier wat zich absoluut kan meten met de beste bieren van Europa en nog veel meer wat me nu even niet te binnen schiet. Het hotel Auberge Les Bagenelles is een regelrechte aanrader voor diegenen die waarde hechten aan net dat beetje méér. De originele routes (niet ingekort dus) zijn voor de liefhebber te downloaden.
Jos, maatje, bedankt voor je gezelschap, je grappen, het voorrijden, het lijdend voorwerp willen (moeten) zijn van de camera-test-opnames, je begrip en medeleven tijdens onze serieuzere conversaties, je vergevingsgezindheid wanneer een andere verkeersdeelnemer mij weer eens teveel in de weg zat (...) en je wijze woorden. En ja, de dagroutes zal ik voortaan standaard wat korter maken. En om deze monoloog te doorbreken, mag Jos nu ook wat zeggen...
Zullen we in 2012 wéér eens een leuke bestemming gaan verkennen? Het antwoord weet ik allang natuurlijk. Blijft het met z'n tweetjes of durven we het aan om anderen ook te laten meedelen in onze tomeloze prettige gestoordheid? Uiteraard hanteren wij strenge toelatingseisen doch met de juiste middelen kunnen de eisen wellicht wat verruimd worden...
René van Oyen (secretaris / webmaster) & Jos Westendorp (voorzitter)